Samenwerking muskus- en beverrattenbestrijding

De noordelijke waterschappen hebben onlangs de samenwerking muskus- en beverrattenbestrijding verlengd. Hieronder vallen de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa’s, Drents Overijsselse Delta en Vechtstromen.

Onlangs ondertekenden de waterschappen de ‘Samenwerkingsovereenkomst muskus- en beverrattenbestrijding waterschappen Drenthe, Groningen en Overijssel’. De vorige overeenkomst liep in 2022 af en de nieuwe periode loopt tot 1 januari 2033.

Alle deelnemende waterschappen zijn tevreden over deze samenwerking. Er vindt goede afstemming plaats op bestuurlijk niveau, ervaring en kennis wordt uitgewisseld en er worden gezamenlijke speuracties georganiseerd. Met als gezamenlijk doel het samen terugdringen van de populatie muskus- en beverratten. En dat de samenwerking succesvol is, laten de cijfers van de afgelopen jaren zien.

 

Schade aan dijken

Muskus- en beverratten komen van nature niet voor in Nederland, ze zijn hier door menselijk handelen beland. De knaagdieren hebben bij ons in Nederland nauwelijks natuurlijke vijanden. De beide soorten moeten daarom worden bestreden, omdat ze schade brengen aan dijken, kades en oevers door het graven van holen en gangen. Ook maken ze nestkommen met uitgebreide ondergrondse gangenstelsels.

 

Bedreiging biodiversiteit

Zelfs voor de biodiversiteit vormen de muskus- en beverratten een bedreiging. De beide soorten ratten staan daarom op de Europese lijst van Invasieve soorten. Planten als riet en lisdodde worden door de knaagdieren weggevreten. Hierdoor verdringen de ratten inheemse diersoorten, zoals de zwarte stern, de roerdomp en de kleine karekiet. Deze vogels leven in het riet, waar ook de muskus- en beverratten hun leefomgeving hebben.

 

Terugdringen tot landsgrens

In ons land is de bestrijding van muskus- en beverratten bij wet geregeld. Het doel is om de populatie zo klein mogelijk te houden, zodat schade beheersbaar is. Het uiteindelijke doel is om zowel muskus- als beverratten terug te dringen tot de landsgrens. Het streven is dat in 2034 in het binnenland van Nederland geen levensvatbare populatie meer is.

 


Tekstverwerking: Tineke Eilander, Omroep NOOS
Bron: Waterschap Vechtstromen

Gerelateerde berichten