AOW-leeftijd met drie maanden omhoog

 

In 2019 is in het Pensioenakkoord afgesproken dat de AOW-leeftijd minder snel zou gaan stijgen. Tot dan toe steeg de AOW-leeftijd 1 op 1 mee met de levensverwachting. Nu is in de wet vastgelegd dat voor iedere 4,5 maand dat Nederlanders naar verwachting langer leven, de AOW-leeftijd automatisch met 3 maanden omhooggaat. Dat gebeurt op basis van de jaarlijkse CBS-prognose voor de resterende levensverwachting van 65-jarigen.

 

Vooruitkijken

Voor het vaststellen van de AOW-leeftijd kijkt de wet vijf jaar vooruit. Vorig jaar was de verwachting van het CBS dat 65-jarigen in 2027 een levensverwachting van nog 20,93 jaar zouden hebben. Dit houdt in dat verwacht wordt dat iemand dan een leeftijd van 85 jaar zal bereiken. Dat was hoger dan de jaren daarvoor, maar niet genoeg voor een automatische verhoging van de AOW-leeftijd. De AOW-leeftijd bleef daarom 67 jaar.

 

Dit jaar is de verwachting dat 65-jarigen in 2028 een levensverwachting van 21,05 jaar hebben, dus zo’n 86 jaar oud zal worden. De AOW-leeftijd stijgt daarom mee naar 67 jaar en drie maanden. De levensverwachting neemt sinds de invoering van de AOW in 1957 ieder jaar met ongeveer een maand toe.

 

Coronapandemie

Tijdens de coronapandemie de afgelopen twee jaar zijn er meer mensen overleden dan normaal en daalde de levensverwachting. Toch verwacht het CBS dat de levensverwachting snel weer teruggaat naar het oude niveau. De prognose van de levensverwachting is onderdeel van de jaarlijkse bevolkingsprognose van het CBS. Deze beschrijft de meest waarschijnlijke toekomstige ontwikkeling van de Nederlandse bevolking.

 

 

Tineke Eilander, Omroep NOOS
Bron: Rijksoverheid

Gerelateerde berichten