HARDENBERG – Voor mogelijke nieuwbouw van theater de Voorveghter in Hardenberg zijn drie locaties in beeld. Dat zijn: de huidige locatie aan de boorden van de Vecht, de naastgelegen Gedempte Haven of de omgeving van het NS-station.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg hebben in een raadsbrief de mogelijkheden voor de Voorveghter genoemd. Drie van de vier opties gaan uit van nieuwbouw. Het alternatief is renovatie van het huidige onderkomen.
Bij nieuwbouw op Gedempte Haven heeft dat gevolgen voor het huidige parkeerterrein. De insteek van de gemeente is dat die capaciteit van bijna driehonderd parkeerplaatsen wel in het gebied blijft. Bij deze variant wordt de huidige locatie van het theater opnieuw ontwikkeld of verkocht. Bij verhuizing naar de andere zijde van het centrum van de stad van de Voorveghter (richting het NS-station) moet eerst gekeken worden naar de impact voor de huidige middenstand en horeca. Als het nieuwbouw op de huidige locatie van het theater wordt, dan moet grond worden gekocht en tijdelijke (jaar of vijf) huisvesting voor de voorstellingen worden gevonden. Ook bij renovatie is eventueel een tijdelijke plek nodig, aldus de raadsbrief.
In alle varianten staat de huidige bioscoop in het theatergebouw ter discussie. “De bioscoop nemen we in het vervolgonderzoek apart mee. Hierbij gaat het om de investeringskosten en een inschatting of een nieuwe bioscoop realistisch is”, staat kort in de raadsbrief.
De toekomst van het theater kent al een lange voorgeschiedenis. In afwachting van een beslissing, is jarenlang minimaal geïnvesteerd. De gemeente heeft al vijftien miljoen euro voor dit project apart gezet, maar beseft dat dat niet genoeg is. In januari werd gemeld dat een besluit in dit dossier binnen twee jaar is te verwachten, gevolgd door tot vijf jaar daadwerkelijke werkzaamheden. Daarom werd dit jaar een bedrag van 400.000 euro uitgetrokken om het theater uit 1990 nog zeven jaar in de been te houden. Tot 2027 is zo’n half miljoen euro nodig voor vervolgonderzoeken.
Tekst en foto: Wim de Jonge
