ANE – “Het is op dit moment niet verantwoord en veilig genoeg om de Anermolen te laten draaien. De molenmaker dient eerst noodzakelijk onderhoud uit te voeren.” De tekst op de deur naar de molen in Ane kan snel verdwijnen. Het geld voor het onderhoud komt binnen.
“Voor de zomervakantie zijn wij weer geopend”, belooft voorzitter Johan Slatman. Hij legt uit dat onder meer een noodreparatie aan de kap noodzakelijk is. “Er zit een lekkage.” Voor dit jaar staat verder vervanging van stalen kabel kruilier en de kruipalen (nodig om de kap in de wind te draaien), kozijnen, deuren, metselwerk, grote schilderbeurt en herstel spoorwiel (voor aandrijving) op het programma. “Het probleem is dat wij maar zestig procent van de kosten vergoed krijgen via een restauratiefonds. De rest moeten wij zelf bij elkaar scharrelen.”
De totale kosten van restauratie bedragen dit jaar ruim 43.000 euro. De gemeente Hardenberg heeft besloten om in 2025 ook 12.000 euro bij te dragen. Het resterende bedrag moet stichting De Aner Molen zelf op tafel leggen. De stichting wil dat doen dankzij giften, acties en sponsoren.
De Aner Molen krijgt normaal gesproken alleen een exploitatievergoeding van de gemeente. Van die financiële wind is niet te leven. “Voor de overige kosten draait de stichting zelf op. Dit jaar valt het hen echter zwaar. Het is noodzakelijk dat er dit jaar groot onderhoud plaatsvindt. De stichting wil de molen graag draaiende houden voor de komende generaties. Het is een parel in het landschap, tevens een pleisterplaats voor de vele toeristen”, luidt de motivatie van burgemeester en wethouders om extra geld beschikbaar te stellen.
Het werk aan de molen (“bouwjaar 1864 en alles origineel”, aldus de voorzitter) is daarmee niet gedaan. De vorige restauratie was ruim veertig jaar geleden. De komende jaren is steeds 17.000 euro nodig voor het werk. Dan wordt onder meer de staat van de wieken bekeken. Daarom blijft ook de zoektocht naar donateurs en sponsoren noodzakelijk, want ook dan wordt slechts zestig procent vergoed door het restauratiefonds.
Tekst: Wim de Jonge
Foto: Wim de Jonge
