HARDENBERG/OMMEN – De Stichting Gebiedspartners Kolonie Ommerschans en de gemeenten Ommen en Hardenberg hebben een samenwerkingsovereenkomst getekend om de historie van het gebied in de toekomst zichtbaarder te maken voor een breed publiek.
“Het is de formele bevestiging van eerder gemaakte afspraken”, aldus de Ommer wethouder Alice van de Nieuwboer. Ze noemt het ‘een volgende stap’ in het proces, nadat betrokken bewoners en andere partijen zich al eerder verenigden in een stichtingsvorm. “De overeenkomst geeft bijvoorbeeld duidelijkheid over de geldstromen, de verschillende rollen van de betrokken partijen bij subsidieaanvragen enzovoort.”
Eigentijds
Het primaire doel is om zowel inwoners en bezoekers van buiten de regio op een eigentijdse manier te laten kennismaken met de Kolonie Ommerschans en haar geschiedenis. Dat kan onder meer door het samenbrengen van historische informatie, het realiseren van wandel- en fietsroutes en het organiseren van bijeenkomsten en activiteiten. Zo kan de historie van het voormalige koloniegebied beter zichtbaar worden in de omgeving. Concreet wordt verder de aanstelling van een gebiedscoördinator benoemd. Die moet vanuit de gemeenten de stichting ondersteunen. Ommen en Hardenberg delen de kosten hiervan.
Postuum eren
De Ommerschans was vanaf 1819 de eerste straf- en bedelaarskolonie. Het was een van de zeven koloniën die ontstonden nadat generaal Johannes van Den Bosch een jaar eerder de Koloniën van Weldadigheid had opgericht. Onontgonnen gronden in Drenthe en Overijssel werden ontwikkeld om werklozen en bedelaars de kans te geven om een nieuw leven op te bouwen.
Van de Nieuwboer: “Op de begraafplaats, op een wal van het vroegere verdedigingsbolwerk, liggen ruim vijfduizend mensen begraven die er gewoond en geleefd hebben. Die kun je postuum eren door gestalte te geven aan de geschiedenis. Daarnaast kunnen we mensen van nu meer kennis bijbrengen over het functioneren van de toenmalige landbouwkolonie, waarvan een deel nog zichtbaar is in het bosgebied.”
Fietsroute
Ook omwonenden raken steeds meer betrokken bij het initiatief, zegt ze. “Inwoners van Vinkenbuurt hebben zelf al een fietsroute ontwikkeld, waarvoor je kunt opstappen bij het koloniehuisje. De eigenaren van boerderijen willen graag hun monumenten zichtbaar maken in de omgeving. En er was veel belangstelling toen een gedeputeerde het gebied afgelopen zomer bezocht om zich over deze doelstellingen te laten informeren.”
Balkbrug kent al een koloniekamer. Het idee leeft om ook in Vinkenbuurt zoiets te realiseren. Daarnaast gaan de gedachten uit fysieke objecten in het landschap die de historie tot leven brengen. “Maar in welke vorm dat moet, en of dat in de vorm van een museum moet zijn of op andere manieren, dat moet allemaal nog worden uitgewerkt. Daar gaan we nu met zijn allen over nadenken.”
Foto: Gemeente Ommen / Tekst: Hans Keesmaat